spacer
Zoek


Sint-Hubertuskapel

1. De oude Sint-Hubertuskapel

Sint-HubertuskapelIn vroegere eeuwen had schier elke parochie, buiten de dorpskom, langs de weg 'van toren tot toren' een rust- of devotiekapel, soms zelfs een paar, ook grotere. Er blijven er tegenwoordig nog enkele van over; Hechtel-Eksel: de Locht- en de Hoksentkapel; Peer: Sint-Jobskapel (helaas onlangs verdwenen) en de Deuster. Ze lagen in de eenzaamheid, langs de weg, gewoonlijk in de buurt van een hoeve, waarvan de bewoners dan 'hun heiligdom' verzorgden, bewaakten, eventueel herstelden en er ook de Sint - Pieterssleutel van bewaarden, met het exclusief voorrecht die op bepaalde dagen en uren te gebruiken om de onwillige ingangsdeur open of toe te krijgen. 'Hun heiligdom', want inderdaad zijzelf of hun voorouders waren er ook de stichters van geweest. Die kapellen waren doorgaans grotere gebouwen, stevig in brikken gemetseld, met leien gedekt; een puntgevel, aan weerszijden een romaans of barok venstertje, een stevige eikehouten deur, gewoonlijk op slot, maar als men lang genoeg door het kijkgat tuurde, kon men toch iets van het interieur opvangen: een barok retabelaitaar, met het beeld van de vereerde heilige, patroon tegen één of andere ziekte van mens of vee. Een krans van hoge lindebomen ving de wind op. In onze oude Dijkerkapel werd de H. Hubertus vereerd. Het oude Hubertusbeeld, mooi geplychromeerd, is in de nieuwe kapel terecht gekomen tot het in 1980 gestolen werd. Deze eerste Huberstuskapel was inderdaad oud; vanaf 1599 wordt ze vermeld in Luikse documenten (cf. Molemans, Toponymie van Wijchmaal, 304). Hoe lang bestond ze toen reeds? In ieder geval, was ze in 1710 aan reparatie toe. De toenmalige Wijchmaalse pastoor, Willem Van Dommelen (1709-1737), die op de Houterschans woonde, trok zich haar lot aan. Hij liet ze in 1710 herstellen, met grote onkosten, want het ging om een tamelijk omvangrijk gebouw, groot genoeg om de pastoor toe te laten er weldra 's zondags zijn parochiemis te lezen. De pastoor was, beweerde hij, zo slecht te been, en de kapel lag veel korter bij de schanspastorie dan de parochiekerk in de kom van het dorp.

Na de herstelling van 1710 verliezen we de Dijkerkapel weer uit het oog tot aan de Franse Revolutie, toen het kruis op het daktorentje de Franse kerkvervolgers irriteerde. Deden ze het weghalen? Vermoedelijk niet. De Nederlandse oudheidsminnaar die in 1882 Peer bezocht en doorstak naar Wijchmaal, is noodzakelijk langs de oude Sint-Hubertuskapel gepasseerd, zonder er nochtans van te gewagen in zijn aantekeningen. Maar, naar het einde van de eeuw toe, spreken de Wijchmalenaren schande over haar volkomen verwaarloosde toestand. De rijke Jonckers-familie krijgt natuurlijk de schuld! Er moet iets gebeuren; herstellen of afbreken!

 Terug naar boven
 

2. De stichter van de nieuwe kapel

De familie Jonckers, eigenaar van de oude kapel en haar omgeving, krijgt schuldgevoel. Familietrots spreekt ook mee. Vooral bij die Heer van de Dijk, die als pastoor op zo'n hoge voet leeft! Die Gerard Jonckers is inderdaad een uitzonderlijke pastoor. Priester gewijd in 1881, wordt hij achtereenvolgens kapelaan te Neerpelt en te Beverlo (1881-1887). In dit laatste jaar wordt hij pastoor te Bolderberg, boven Lummen, niet zover van Stevoort. Ofschoon, als kapelaan of pastoor, elders wonend, verschijnt Gerard, met zijn koets, voortdurend op de Dijk, en is te gast bij zijn broer op de Teutenhoeve. Gerard, de priester, is een fier en ondernemend man, erg begaan met de uitbreiding van de familiegoederen. Ook de oude Sint-Hubertuskapel staat op zijn eigendom. Hij is er praktisch de eigenaar van. Dus hij draagt, als priester, ook de schande van dat verwaarloosde, vervallen heiligdom. De mensen vragen zich af, waarom herstelt hij die niet, hij die steeds op zo 'n grote voet leeft? Jawel, Gerard bekommert zich over zijn kapel. Maar wat moet hij er mee? Ze simpel doen verdwijnen? Een is hij er nog geen 40, in die tijd dat er nog geen sprake is van echt pensioen, moet hij reeds denken aan zijn toekomst. Zou hij later niet zijn oude dagen gaan doorbrengen op de Dijk, in de nabijheid van zijn kinderloze broer en zus? Dan zou hij zijn dagelijkse mis kunnen lezen in de nieuwe Sint-Hubertuskapel. Hij hoeft er later maar een eigen rusthuis naast te bouwen! De beslissing valt, met volle instemming van die broer en zus. Er moet een architect gezocht worden.

 Terug naar boven
 

3. De bouwmeester Hyacinth Martens

De pastoor van Bolderberg haalt er bijna vanzelfsprekend de bekende architect van het naburige Stevoort bij. We moeten even stilstaan bij deze merkwaardige man. Hij is op 3 oktober 1847 geboren als jongste kind, enige zoon, van Gerard Martens en Aldegonde Jorissen. 'Cint' groeide uit tot een flinke kerel en kreeg zijn opleiding te Stevoort zelf, in de timmerwinkel van zijn vader. Zo komt hij terecht in de bouw, en zonder enige speciale opleiding te hebben genoten, of enig diploma te hebben verkregen, ontpopt hij zich tot een succesvol bouwmeester of architect.

Als bouwmeester is 'Cint' bedrijvig bijna door heel 1 imburg: woonhuizen, hoeven, pastorieën, kloosters, kerken. Ondermeer was hij de ontwerper van het immense instituut 'De Safraanberg' te SintTruiden met zijn 999 vensters.Als kerk bouwer of herbouwer trad hij op in de kantons Beringen, Bilzen, Borgloon, Bree, Genk, Hasselt, Maaseik, Peer en Sint-Truiden.In het kanton Peer werkte hij o.m. in 1890 te Wijchmaal aan de toren, deed vergrotingswerken in 1895 te Peer, in 1905 te Eksel, in 1910 te Linde-Peer, terwijl hij in 1904-1908 te Kleine-Brogel een neogotischekerk bouwde naast de oude gotische toren die hij verhoogde. Bovendien bouwt hij rond 1908 te Peer het tehuis voor ouderlingen en in 1913 te Wijchmaal de meisjesscholen.

Omdat 'Cint' ook ooit plannen maakte voor kunstsmeedwerk, zou het mij niet verwonderen dat hij ooit op de Dijk in Wijchmaal de Jonckershoeve voorzag van een nieuw gevelwoonhuis, afgesloten met een grille en inrijpoort die nu nog de aandacht trekken. Wanneer dus rond 1890, de Heer van de Dijk, pastoor van Bolderberg, zich gaat ontfermen over de (zijn) versleten Hubertuskapel, denkt hij natuurlijk aan die bekende architekt van het nabije Stevoort. De vakkundige man heeft het aanstonds ingezien. Die kapel is totaal versleten, onherstelbaar. Er staat niets anders op dan het voorbeeld van de Wijchmaalse pastoor Leen te volgen. Die brak in 1879 zijn oude parochiekerk af om op de zelfde plaats een nieuwe te bouwen. De Stevoortse architekt krijgt opdracht een plan te tekenen voor een nieuwe kapel, die op de plaats van de oude zal verrijzen. Hoe zal die er uitzien?

 Terug naar boven
 

4. Het bouwplan

De Stevoortse architect, zonder speciale opleiding, heeft wel smaak, maar geen eigen stijl; hij is een pure eclecticus; naargelang de omstandigheden is hij neo-romaans, neo-gothische, neo-barok, en niet zelden mengelt hij, met min of meer geluk, verschillende stijlen door mekaar. Dit gaat ook het geval zijn te Wijchmaal. De oude, zeer landelijk ingeplante kapel, is ook niet zo zuiver van stijl, zij is tegelijk romaans en barok; die beide elementen kunnen best weer aangewend worden in de nieuwe kapel; maar waarom er geen andere stijlvorm in vermengen, b.v. de byzantijnse, die in de Kempen nog schier onbekend is. 't Zal dus hoofdzakelijk een koepelkapel worden. Het groot middendeel zal koepelachtig zijn, binnen en buiten; onder en boven. Het bovendeel steunt op een koepelachtig onderdeel, dat geflankeerd is door koepelvormige zijbeukjes en absis. Deze hangen als halve eierschaaltjes tegen het hoofdgebouw aan. Helemaal niet lelijk! De romaanse ingang en de romaanse venstertjes passen er goed bij; alleen de neo-barok gevel verheft zich te kaai en te hoog, en vooral hij onttrekt de koepel aan het oog. Enkel in een volle kring van hoge lindebomen, kan de nieuwe kapel, als een landelijk bedehuis, tot haar waarde komen.

 Terug naar boven
 

5. De opbouw

Reeds in 1892 zijn de bouwwerken in volle uitvoering. Wie is de aannemer? Zijn naam word niet vermeld. Maar vermoedelijk, om de onkosten te drukken, hebben de stichter en de architect de voorkeur gegeven aan bouwvakkers uit de streek, vermoedelijk werden de gebroeders Pier en Sooi Wel (Wellens) die rond Peer zeer ondernemend zijn, aangezocht. In 1907 waren het ook zij die het zeer groot "Godsrusthuis" te Peer bouwden, waarvan trouwens architect Martens ook de plannen tekende.

 Terug naar boven


 

spacer
spacer
© 1997-2004 Heemkundige Kring Wijchmaal - p.a. Tichelovenstr. 31, 3990 Wijchmaal
Geen uitreksel, overname, noch afdruk mag geschieden zonder toesteming van de
Heemkundige Kring Wijchmaal V.Z.W.
spacer
Powered by WMe.be